Gasbesparing niet alleen goed nieuws?

In het Algemeen Dagblad van 3 augustus verscheen een artikel onder deze naam, maar zonder de vraagtekens. Op basis van een gesprek met de heer Hans Grünenfelder, directeur van de VEMV, de brancheorganisatie van de grote energieverbruikers, staat het nog maar te bezien of de besparing van gas wel een zo goed idee is.

De consequentie van een te grote energiebesparing is dat er door de internationale bedrijven nu al omgezien wordt naar alternatieven voor de productie processen die aardgas behoeven. Met name in de Verenigde Staten, waar het aardgas ongeveer 5 tot 6 keer goedkoper is dan bij ons wordt gelonkt, want daar is nog steeds een grote werkeloosheid.

Dat zou betekenen dat er door een te grote besparing arbeidsplaatsen in Nederland verloren gaan, wat weer slecht voor onze economie is, aldus het artikel

Een tweede effect is , dat als de stijging van de energieprijzen doorberekend wordt in de prijzen van de producten, de consument zich op zijn hoofd krabt en zich afvraagt of hij/zij dit artikel wel echt nodig heeft. Kortom, een afname van de vraag.

Ook in de glastuinbouw is men in paniek. Door de onduidelijkheid van de gasprijzen, kunnen telers nu niet meer bepalen of de inkoop van plantmateriaal nu, straks nog wel rendabel geproduceerd kan worden. Zullen de afnemers bereid zijn, een hogere prijs te betalen waarin de kosten van de energie zijn doorberekend?

Verduurzamen is kijken op de lange termijn

Wat het artikel niet vermeldt, is wat een doorgaand gasverbruik doet met het klimaat. Het denken van de producenten is nog steeds alleen maar gericht op groei. Niet op stabiliseren of misschien zelfs wel verminderen, maar groei blijft de heilige koe. Zonder economische groei geen leven. Terwijl verduurzamen met name kijkt naar de mogelijkheden om de dingen die we nu doen, ook te kunnen blijven doen op een duurzame manier en om misschien te accepteren dat bepaalde zaken misschien wat uit de maat zijn gaan lopen.

Zoals bijvoorbeeld onze vleesproductie in Nederland. Op de correspondent werd onlangs voorgerekend dat voor iedere kip ongeveer 5 kg mais nodig is. Terwijl 5 kg mais veel meer voedingsstoffen oplevert dan 1 kg kip! Door onze enorme vleesproductie zuigen we grote hoeveelheden granen weg die ook gebruikt kunnen worden om mensen te voeden! En daarbij: onze vleesproductie is voor 80% bedoeld voor de export, die wordt niet eens lokaal gegeten!

En datzelfde geldt ook voor de glastuinbouw: Het grootste deel van de productie is voor de export bestemd, niet voor lokale productie. Verduurzamen is kijken wat kan en aanpassen wat niet hoeft of alleen maar gewin voor een kleine groep oplevert. Verduurzamen is een vorm van solidariteit: met het milieu en met elkaar.

Waterstof blijft lonken!

Kijk op deze link om meer informatie te krijgen over de laatste ontwikkelingen op het gebied van Electrolyzers.

https://www.nporadio1.nl/nieuws/onderzoek/bd058075-439d-4a52-97cf-3fa7e8980d3c/de-wonderen-van-waterstof 

Verdere ontwikkelingen in Groningen

Groningen heeft een unieke uitgangspositie als het gaat om waterstof en de Nederlandse overheid moet voldoende geld investeren in de noordelijke waterstofontwikkelingen.Dat adviseert Jorgo Chatzimarkakis van de Europese lobby- en belangenorganisatie Hydrogen Europe. Volgens Chatzimarkakis heeft Groningen de ideale uitgangspositie om waterstofplannen verder te ontwikkelen, maar dan moet de Rijksoverheid samen met provincie en andere organisaties dat niet laten versloffen.‘Met name op het gebied van opslag van waterstof in zoutcavernes en het aanpassen van het leidingwerk is er geen regio in de wereld verder dan Groningen’, reageert Chatzimarkakis tegenover RTV Noord en onderzoeksplatform Follow the Money.De man die Groningen op het waterstofspoor zette
RTV Noord en Follow the Money werkten de afgelopen maanden samen om een profiel te maken over Ad van Wijk, bijzonder hoogleraar Future Energy Systems aan de TU in Delft. Van Wijk heeft grote invloed gehad op de waterstofplannen in Noord-Nederland en stond mede aan de basis van Groningen als waterstofprovincie. Hier kun je een uitgebreid profiel lezen over de waterstofgoeroe.‘Maar het zou sneller kunnen gaan. Nederland heeft traditioneel een gevoelige relatie met geld uitgeven, dat is geen geheim. Maar een halfslachtige steun voor waterstof zou fatale gevolgen kunnen hebben.’

‘Investeringen zijn nodig’

Chatzimarkakis voorziet een belangrijke rol voor Nederland, Groningen en de Eemshaven, maar daarvoor moet de Rijksoverheid wel de portemonnee trekken. ‘Het zal een belangrijke toegangspoort worden voor de import van waterstof, dus substantiële investeringen van de staat zijn nu nodig.’Afgelopen week werd bekend dat uit het Nationaal Groeifonds 500 miljoen euro is gereserveerd voor het financieren van waterstofprojecten. In een eerdere ronde is er 338 miljoen euro vrijgemaakt voor ontwikkelingen op het gebied van waterstof. Een deel van het geld is voorwaardelijk, waardoor het onduidelijk is hoeveel geld er voor Groningen en Noord-Nederland in het vat zit.

‘Het gaat niet snel genoeg’

Uit onderzoek van RTV Noord en Follow the Money komt naar voren dat hoogleraar Ad van Wijk Groningen op weg heeft geholpen met de waterstofagenda, maar zijn pijlen nu vooral richt op Europa. Het gaat hem in Groningen en Nederland niet snel genoeg. In Groningen ziet men dat met lede ogen aan. Jouke Van Dijk, hoogleraar arbeidsmarktanalyse aan de Rijksuniversiteit Groningen: ‘Hier in Groningen werd ons voorgespiegeld dat dit onze redding zou zijn, maar het gaat niet snel genoeg. Bestuurders maken de verkeerde keuzes. Toen is Van Wijk teruggegaan naar Rotterdam. Hij is nu meer voor Rotterdam aan het lobbyen, is mijn indruk.’Ad Van Wijk wuift deze kritiek weg. ‘Ik zeg tegen Tata juist dat ze de groene waterstof uit Groningen moeten halen. Het gaat niet om een bepaalde regio, maar om het systeem. Ik heb al drie jaar geleden gewaarschuwd dat het niet snel genoeg gaat in Groningen.’

‘Ik voer geen lobby’

Omdat het in Nederland niet opschoot, richt hij zich nu vooral op Europa. ‘Ik maak geen beleid en voer geen lobby. Ik schrijf plannen en bied die dan aan. Er is weinig kennis bij bestuurders, dat is een deel van het probleem.’ Jorge Chatzimarkakis onderkent het belang van het werk van Ad van Wijk voor Europa. ‘Hij was vanaf het begin betrokken en heeft meegeschreven aan het programma van Hydrogen Europe. Zonder hem was de opkomst van waterstof in Europa, en zelfs wereldwijd, in deze vorm niet mogelijk geweest.’

Het lijkt er steeds meer op, dat waterstof echt een speler gaat worden in de energietransitie. Het is ondertussen wel al duidelijk dat het nooit één oplossing gaat worden die ons verder gaat helpen op het gebied van de energietransitie!

Ontwikkelingen in de ‘Green Village’ in Delft

Ook in de Green Village in Delft, het proef laboratorium waar energie oplossingen in de praktijk getoetst kunnen worden, zijn momenteel opstellingen waarbij zon en wind gebruikt worden, maar waarbij met name gekeken wordt naar de opslagmogelijkheden.

Hier wordt nu gebruik gemaakt van een systeem waarbij met zonnepanelen energie opgewekt wordt. Die energie kan direct gebruikt worden en waar deze energie niet gebruikt wordt, wordt deze opgeslagen in een batterij. Is de batterij vol, dan wordt de opgewekte stroom gebruikt om waterstof te produceren. Het aantal zonnepanelen bepaalt de totale opwek capaciteit. De waterstof wordt nu nog in grote tanks opgeslagen, maar ook daar wordt verder onderzoek naar gedaan. De opgeslagen waterstof wordt gebruikt voor energieopwekking middels een brandstofcel en zowel de warmte als de stroom worden gebruikt in het huishouden.

Het systeem is nu zo afgesteld, dat door een jaar heen, energie beschikbaar is voor verwarming, warm water en stroom. Om de verliezen te minimaliseren wordt nu gewerkt met een systeem op gelijkstroom.

Zonnepanelen in beschermd stadsgezicht? Het blijft een probleem!

het blijft een probleem! Zonnepanelen lijken zich niet te kunnen verenigen met de wensen van de Welstandscommissie of met de eisen van de Rijksdient voor het Cultureel erfgoed.

Het wordt ondertussen tijd dat er aangepaste regelgeving komt, dat eigenaren van panden in beschermde stadsgezichten de mogelijkheid geeft om ook deel te kunnen nemen in de lokale energie opwekking.

Heeft u ideeën op welke manier we dat zouden kunnen doen, dan horen we graag van u!!

De energietransitie vraagt om een nieuw soort leiderschap vindt hoogleraar en veelgevraagd commissaris Annemieke Roobeek

Bron: Chance Inc

Als commissaris ziet Annemieke Roobeek dat bedrijven onder druk van de energietransitie een fundamentele verandering moeten doormaken. Het hiërarchische top-down georganiseerde systeem moet wijken voor innovatie in netwerken. Daar horen ook andere leiders bij met nieuwe vaardigheden zoals empathie en het vermogen om samen te werken.SABINE SLUIJTERS

18 november 2021, 12:53

Nieuw soort leiderschap

Engaged leadership vraagt om andere vaardigheden zoals empathie en het vermogen om samen te werken | Credit: adobe stock

Wat is jouw visie op een duurzame toekomsteconomie?

“Een duurzame toekomsteconomie is in mijn ogen een heel innovatieve economie. Omdat duurzaamheid en innovatie twee kanten van dezelfde medaille zijn. En dan heb ik het niet alleen over technische innovaties maar ook sociale, organisatorische en ruimtelijke. We gaan veel meer netwerkend werken, interdisciplinair en over de silo’s van de bedrijven heen. Was de economie voorheen centraal georganiseerd, top-down met grote multinationals, gaan we nu naar decentrale oplossingen die sterk technologisch gefaciliteerd worden dankzij ICT. Dat is een andere manier van werken die vooral horizontaal is.” 

Ik zie dit al gebeuren bij energiebedrijven. De energietransitie en de warmtetransitie moeten zich afspelen bij de mensen thuis. Burgers moeten daarin meegaan, dus dat vraagt echt om een andere manier van samenwerken.”

Door de klimaatcrisis en de energietransitie maken veel bedrijven nu een transitie door. Vaak onder hoge tijdsdruk. Welk type leiderschap is daarvoor nodig?

“Engaged leadership is daarvoor ontzettend van belang. Daarmee bedoel ik een vorm van betrokken leiding nemen die op alle niveaus in de organisatie kan ontstaan en bestaan. Het is geen functie maar een rol. Dit zijn betrokken mensen met zin en expertise die vooral het vermogen hebben om intern medewerkers te motiveren. Die leiding nemen, uit de rij stappen, initiatief nemen. Dit moeten de vlaggendragers worden van de vernieuwingen die in de bedrijven en organisaties plaatsvinden.

Want nieuwe duurzame strategieën zijn er vaak wel maar in de praktijk blijkt het lastig om ze uitgevoerd te krijgen. Dat komt doordat de communicatie top-down niet in orde is. Dan begrijpen mensen in de uitvoering niet meer wat ze moeten doen om het doel te halen. Dan zie je dat mensen zich terugtrekken in hun steeds kleinere bubbel en in oude patronen vervallen.

Engaged leaders zijn ‘low on self’ wat zoveel betekent als: geen ego. Dat zijn echt heel andere mensen dan die voorheen de leiding zouden hebben gekregen. Ze hebben andere vaardigheden, die passen bij de nieuwe tijd zoals empathie, het vermogen om samen te werken, op een prettige manier overtuigen en anderen meenemen in de transformaties. De kwaliteiten die voorheen verwacht werden van leiders zijn nu volkomen achterhaald. We moeten weg van de ‘command & control’, de spread sheet dictatuur en meer naar de impact van strategie en uitvoering.”

Annemieke roobeek staand
Annemieke Roobeek is commissaris bij Eneco en SolarDuck en voormalig commissaris bij onder anderen ABNAMRO, KLM en PGGM

Hoeveel impact kun je als toezichthouder maken?

“Ik ben commissaris bij Eneco, dus ik zit midden in de energietransitie. Ik ben ook commissaris bij SolarDuck, een jong innovatief bedrijf dat in drijvende zonnesystemen zit. Ik ben onder anderen tien jaar commissaris bij ABN Amro geweest, acht jaar bij KLM en 9 jaar bij PGGM als voorzitter van de ABRI, de adviesraad voor responsible investments. Ik heb in al mijn commissariaten altijd de duurzaamheidskaart getrokken. Ook bij KLM, waar het in het begin best moeilijk was, omdat het bij kleine stapjes bleef.

Bij Eneco heeft Jeroen de Haas in 2007 het fundament gelegd voor de duurzame lijn van Eneco. Hij was de visionair en heeft daar keihard aan gewerkt. As Tempelman pikt als nieuwe CEO die visie nu weer op en maakt hem heel concreet met One Planet Plan. Mijn rol als commissaris was vooral het management en de collega RvC leden uit te dagen om te gaan versnellen. Op die manier kun je als commissaris impact maken, maar het is ook vaak frustrerend geweest. Vooral als er veel van het oude type leiderschap om je heen zit in een raad van commissarissen, die duurzaamheid niet zo belangrijk vinden.”

Wat zijn de uitdagingen die je bij het toezicht houden op de verduurzaming van bedrijven tegenkomt?

“De grootste uitdaging is voorkomen dat alles weer in centen uitgedrukt gaat worden. In ‘bottom lines’ en ‘exelsheets’. Dat is het domste wat bedrijven nu kunnen doen. Want duurzaamheid is een waarde. Mensen komen bij een bedrijf werken omdat ze er vertrouwen in hebben dat de governance goed is en er op innovatie en duurzaamheid hoog gescoord wordt. Duurzaamheid is een van die pijlers waarop je vertrouwen krijgt in een bedrijf. Dat is waarom je geen excellente mensen meer naar Shell gaat krijgen. Die willen liever naar de echt duurzame bedrijven zoals Eneco omdat ze zien dat de vernieuwing daar echt gebeurt.”

Een andere uitdaging is de neiging om in boardrooms interessant te doen met grote cijfers. Die doen er minder toe. Het grootste gevaar voor commissarissen is als ze straks strategieën van bedrijven zien, dat ze dan de argumentatie krijgen: het kan toch nèt niet uit, dus we moeten het maar niet doen. Want het is geen ‘bottom line’ kwestie. Duurzaamheid wint het altijd als je de factor tijd erbij betrekt. Als je nagaat wat de impact van een strategie is na vijf of tien jaar en wat daarmee bespaard wordt en hoe je de planeet en de gezondheid van mensen daarmee kunt beschermen. We zullen dus naar andere rekenmodellen moeten. Ik ben voorstander van de true price methode. Het echt beprijzen van de milieu- en maatschappelijke schade.”

En misschien wel het belangrijkste: we moeten nu hard en snel in duurzaamheid gaan. De tijd van transitie is voorbij. Het gaat nu om transformaties. We moeten de sprong maken naar een ander niveau van duurzaamheid, innovatie, diversiteit en inclusie. En daar hebben we andere type leiders, geëngageerde leiders, voor nodig.”